Arbeidsmarkt nog krapper in eerste kwartaal

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© CBS / Alrik Swagerman
De spanning op de arbeidsmarkt is in het eerste kwartaal van 2022 verder toegenomen. Stonden er in het laatste kwartaal van 2021 nog 106 vacatures tegenover elke 100 werklozen, een kwartaal later is dat opgelopen tot 133 per 100. De toegenomen krapte is het resultaat van een aanhoudende groei van het aantal vacatures (met 59 duizend) en een verdere daling van het aantal werklozen (met 32 duizend). Het aantal banen nam toe met 127 duizend naar een recordhoogte van ruim 11 miljoen. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

Spanning op de arbeidsmarkt
Jaar kwartaalVacatures (vacatures per 100 werklozen)
20081e kwartaal58
20082e kwartaal57
20083e kwartaal58
20084e kwartaal47
20091e kwartaal35
20092e kwartaal27
20093e kwartaal26
20094e kwartaal24
20101e kwartaal21
20102e kwartaal21
20103e kwartaal23
20104e kwartaal24
20111e kwartaal26
20112e kwartaal26
20113e kwartaal25
20114e kwartaal21
20121e kwartaal20
20122e kwartaal18
20123e kwartaal17
20124e kwartaal15
20131e kwartaal14
20132e kwartaal12
20133e kwartaal12
20134e kwartaal12
20141e kwartaal13
20142e kwartaal14
20143e kwartaal15
20144e kwartaal16
20151e kwartaal17
20152e kwartaal18
20153e kwartaal19
20154e kwartaal20
20161e kwartaal22
20162e kwartaal23
20163e kwartaal26
20164e kwartaal28
20171e kwartaal32
20172e kwartaal36
20173e kwartaal40
20174e kwartaal45
20181e kwartaal50
20182e kwartaal54
20183e kwartaal57
20184e kwartaal60
20191e kwartaal66
20192e kwartaal68
20193e kwartaal66
20194e kwartaal67
20201e kwartaal56
20202e kwartaal43
20203e kwartaal41
20204e kwartaal45
20211e kwartaal56
20212e kwartaal78
20213e kwartaal93
20214e kwartaal106
20221e kwartaal133

Ontwikkeling arbeidsmarkt, seizoengecorrigeerd
   Werklozen (ILO-definitie) (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)Vacatures (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)Banen (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)
20141e kwartaal158-12
20142e kwartaal-20318
20143e kwartaal-34623
20144e kwartaal5529
20151e kwartaal7636
20152e kwartaal-18533
20153e kwartaal-24337
20154e kwartaal-21042
20161e kwartaal-24712
20162e kwartaal-15554
20163e kwartaal-37746
20164e kwartaal-29956
20171e kwartaal-221562
20172e kwartaal-191966
20173e kwartaal-25975
20174e kwartaal-301373
20181e kwartaal-311080
20182e kwartaal-131571
20183e kwartaal-51066
20184e kwartaal-19346
20191e kwartaal-141757
20192e kwartaal-10140
20193e kwartaal15235
20194e kwartaal-4154
20201e kwartaal-38-6850
20202e kwartaal73-19-289
20203e kwartaal6819163
20204e kwartaal-382-29
20211e kwartaal-45301
20212e kwartaal-2976146
20213e kwartaal-1746173
20214e kwartaal-292266
20221e kwartaal-3259127

Eind maart stonden er 451 duizend vacatures open, 59 duizend meer dan aan het einde van het vierde kwartaal. Hiermee is de toename sterker dan in de twee kwartalen ervoor, en wordt het record van het vorige kwartaal (392 duizend) overtroffen.

Net als in voorgaande kwartalen stonden de meeste vacatures open in de handel (90 duizend), de zakelijke dienstverlening (74 duizend) en de zorg (61 duizend). Gezamenlijk zijn deze drie bedrijfstakken goed voor de helft van alle openstaande vacatures.

Vacatures meest gegroeid in de horeca

Aan het einde van het eerste kwartaal stonden bij alle bedrijfstakken meer vacatures open dan in het kwartaal ervoor. Na een krimp in het vierde kwartaal van 2021, toen eind december nog een lockdown gold, groeide het aantal vacatures met 15 duizend het hardst in de horeca. In de zakelijke dienstverlening en de zorg nam in het eerste kwartaal het aantal vacatures ook sterk toe (met respectievelijk 11 duizend en 6 duizend).

Openstaande vacatures, seizoengecorrigeerd
Bedrijfstak1e kwartaal 2022 (x 1 000)4e kwartaal 2021 (x 1 000)
Handel89,780,7
Zakelijke dienstverlening73,763,1
Zorg60,955,4
Horeca44,630,0
Industrie37,133,6
Informatie en
communicatie
28,125,7
Bouwnijverheid26,825,2
Openbaar bestuur20,018,2
Vervoer en opslag20,018,1
Cultuur, recreatie
en overige diensten
12,710,6
Onderwijs12,011,6
Financiële dienstverlening11,710,3
Verhuur en handel
onroerend goed
3,72,3
Landbouw en visserij3,63,3

Recordaantal ontstane vacatures

In het eerste kwartaal ontstonden er 418 duizend nieuwe vacatures, 43 duizend meer dan het kwartaal ervoor en 41 duizend meer dan het vorige record in het derde kwartaal van 2021. Er werden 6 duizend vacatures meer vervuld (inclusief vervallen vacatures), waardoor het record van het vorige kwartaal (353 duizend) werd overtroffen. In het eerste kwartaal waren er 360 duizend vervulde en vervallen vacatures.

Vacaturegraad in horeca verdubbeld

De vacaturegraad, die in het vierde kwartaal gelijk bleef in vergelijking met het kwartaal ervoor, nam in het eerste kwartaal van 2022 toe tot 51 vacatures per duizend banen van werknemers. Met 112 vacatures op duizend werknemersbanen verdubbelde de vacaturegraad in de horeca. Niet eerder werd er in enige bedrijfstak een vacaturegraad gemeten boven de 100. De informatie en communicatie had met 91 vacatures per duizend banen ook een bovengemiddelde vacaturegraad. In het onderwijs bleef de vacaturegraad met 19 onveranderd. Opnieuw had deze bedrijfstak de laagste vacaturegraad.

Aantal banen stijgt weer fors

Het totaal aantal banen van werknemers en zelfstandigen nam in het eerste kwartaal met 127 duizend toe naar een recordhoogte van 11 244 duizend (1,1 procent). In het vierde kwartaal van vorig jaar was de groei minder groot (+66 duizend). Het aantal banen lag daarmee 358 duizend hoger dan in het eerste kwartaal van 2020 (10 887 duizend).

In deze cijfers zijn alle banen meegeteld, voltijd en deeltijd. De cijfers zijn inclusief de banen van mensen die tijdens de coronacrisis niet of minder konden werken, maar wel kregen doorbetaald. Een dergelijke voorziening werd vergemakkelijkt door de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW), die in verband met de coronacrisis werd ingesteld om baanverlies en werkloosheid te beperken.

Toename bij zowel banen werknemers als zelfstandigen

Het aantal werknemersbanen steeg met 102 duizend, een toename van 1,2 procent. Het totaal aantal werknemersbanen kwam daarmee uit op 8 826 duizend. Dit zijn er meer dan ooit tevoren.
Het aantal banen van zelfstandigen nam toe met 26 duizend (1,1 procent) en kwam daarmee ook op het hoogste punt ooit bereikt (2 418 duizend). Ruim 1 op de 5 banen is een zelfstandigenbaan.

Uitzonderlijke banengroei bij uitzendbureaus

Bij de uitzendbureaus kwamen er 57 duizend werknemersbanen bij in het eerste kwartaal, een stijging van liefst 7,6 procent. Dit is de grootste toename in de afgelopen 26 jaar. In de beschikbare tijdreeks is alleen de toename in het vierde kwartaal van 1995 groter (11,3 procent). Door dit herstel is de uitzendbranche weer terug op het niveau van voor corona.

Het aantal banen in de bedrijfstak zakelijke dienstverlening (exclusief de uitzendbureaus) nam toe met 20 duizend. Andere stijgingen kwamen voor in de zorg (+15 duizend), in de handel, vervoer en horeca (+12 duizend) en het onderwijs (+10 duizend). Alleen in de bedrijfstak landbouw, bosbouw en visserij was er een daling (-3 duizend). In de verhuur en handel van onroerend goed bleef het aantal banen gelijk.

Ontwikkeling banen, seizoengecorrigeerd, 1e kwartaal 2022
BedrijfstakBanen (verandering t.o.v. 4e kwartaal 2021) (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)
Uitzendbureaus57
Zakelijke dienstverlening
(excl. uitzendbureaus)
20
Zorg15
Handel, vervoer
en horeca
12
Onderwijs10
Informatie en
communicatie
6
Openbaar bestuur3
Industrie3
Financiële dienstverlening1
Cultuur, recreatie,
overige diensten
1
Bouwnijverheid1
Verhuur en handel
onroerend goed
0
Landbouw en visserij-3

Meer gewerkte uren

Werknemers en zelfstandigen werkten in het vierde kwartaal van 2021 in totaal ongeveer 3,6 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, 4,0 procent meer dan een kwartaal eerder.

Opnieuw meer flexibele en vaste werknemers

In het eerste kwartaal van 2022 waren er 2,7 miljoen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie. Dat zijn er 25 duizend meer dan een kwartaal eerder. Ondanks een stijging in de afgelopen drie kwartalen zijn dit er nog altijd iets minder dan bij het begin van de coronacrisis. Ook het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie steeg verder met 37 duizend en bedroeg 5,3 miljoen. Het aantal zelfstandigen kwam in het eerste kwartaal van dit jaar uit op 1,5 miljoen, een toename met 21 duizend ten opzichte van een kwartaal eerder. Deze toename betreft alleen zzp’ers. Zie voor informatie over de onderliggende groepen Aantal flexibele contracten met zekerheid in eerste kwartaal toegenomen.

Werkloosheid verder gedaald

In het eerste kwartaal van 2022 waren er 338 duizend mensen werkloos, 3,5 procent van de beroepsbevolking. De werkloosheid bereikte hiermee een laagterecord in de reeks met kwartaalcijfers vanaf 2003. Ten opzichte van het vierde kwartaal van 2021 daalde het aantal werklozen met 32 duizend. Bij 25- tot 45-jarigen en 45- tot 75-jarigen daalde de werkloosheid in het afgelopen kwartaal naar respectievelijk 2,8 en 2,4 procent en bij jongeren naar 7,3 procent.

Meer baanvinders dan baanverliezers

De ontwikkeling van de werkloosheid (-32 duizend personen) in het eerste kwartaal van 2022 is het resultaat van een aantal stromen op de arbeidsmarkt. Aan de ene kant daalde de werkloosheid doordat meer werklozen werk vonden dan er werkenden werkloos raakten. Hierdoor daalde de werkloosheid in het afgelopen kwartaal met 63 duizend.

Aan de andere kant groeide de werkloosheid doordat het aantal mensen dat zonder direct resultaat op zoek ging naar werk (van niet-beroepsbevolking naar werkloos) groter was dan het aantal mensen dat stopte met zoeken en/of niet beschikbaar was (van werkloos naar niet-beroepsbevolking). Per saldo was er in het eerste kwartaal een toestroom van 31 duizend werklozen vanuit de niet-beroepsbevolking.

Aantal langdurig werklozen afgenomen

Het aantal langdurig werklozen, degenen die al een jaar of langer op zoek zijn naar werk, bedroeg 83 duizend in het eerste kwartaal van 2022. Een kwartaal eerder waren dat er 91 duizend. Hiermee is de langdurige werkloosheid sinds het eerste kwartaal van 2021 vrijwel voortdurend gedaald. Het percentage van alle werklozen die een jaar of langer op zoek zijn naar werk nam licht af: van 25 procent in het vierde kwartaal van 2021 naar 24 procent in het afgelopen kwartaal.

Onbenut arbeidspotentieel verder afgenomen

De werkloosheidscijfers volgens de ILO-definitie omvatten niet alle mensen zonder werk die recent naar werk hebben gezocht of die direct zouden kunnen beginnen. Bovendien blijven deeltijdwerkers die meer uren willen werken buiten beschouwing. Het CBS brengt ook deze deelgroepen van het zogenoemde onbenut arbeidspotentieel in kaart.

In het eerste kwartaal van 2022 bestond het onbenut arbeidspotentieel uit 1,1 miljoen mensen, 75 duizend minder dan een kwartaal eerder. Daarmee is het onbenut potentieel voor het zevende achtereenvolgende kwartaal gedaald. In het tweede kwartaal van 2020, bij het uitbreken van de coronacrisis, nam het potentieel met ruim een kwart miljoen nog uitzonderlijk sterk toe. Vervolgens zette echter een daling in. Hierdoor was afgelopen kwartaal het onbenut potentieel 169 duizend lager dan in het eerste kwartaal van 2020, vlak voor de coronacrisis.

Bevolking van 15 tot 75 jaar Niet-beroepsbevolking Niet gezocht en niet beschikbaar Gezocht en niet beschikbaar Beschikbaar en niet gezocht Beroepsbevolking Werkloos (ILO-definitie) Werkzaam Deeltijd Wil meer uren werken, beschikbaar Voltijd

Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit vier deelgroepen. Het ging in het eerste kwartaal naast 338 duizend werklozen om 182 duizend mensen die direct beschikbaar waren voor werk, maar niet recent hebben gezocht, en om 119 duizend mensen die niet beschikbaar waren, maar wel hebben gezocht. Deze twee groepen worden ook wel semiwerklozen genoemd. De vierde groep bestaat uit 491 duizend onderbenutte deeltijdwerkers. In tegenstelling tot de andere groepen hebben zij wél betaald werk. Zij geven aan in deeltijd te werken, meer uren te willen werken en hier ook direct beschikbaar voor te zijn.

De daling van het onbenut arbeidspotentieel in het eerste kwartaal van 2022 ten opzichte van een kwartaal eerder is deels het gevolg van een daling van het aantal werklozen (-32 duizend). Daarnaast daalde ook het aantal personen dat direct beschikbaar is maar niet heeft gezocht in deze periode (-27 duizend) en het aantal onderbenutte deeltijdwerkers (-19 duizend). Het aantal mensen dat gezocht heeft naar werk, maar hiervoor niet beschikbaar is, nam licht toe in vergelijking met een kwartaal eerder (+3 duizend).