Terug naar de krant

Nederlandse industrie produceert meer dan ooit, ondanks materiaal- en personeelstekorten

Leeslijst Nieuws
Fabrieken Vooral in de machine-industrie ligt de productie een stuk hoger. Het CBS constateert in een onderzoek dat de Nederlandse industrie flink heeft geprofiteerd van de opgefleurde wereldeconomie.
Leeslijst

Ondanks materiaaltekorten, hoge energieprijzen, een grondstoffenschaarste en een krappe arbeidsmarkt was de productie van de Nederlandse industrie in april hoger dan ooit gemeten. Vergeleken met het jaar daarvoor produceerden fabrieken gemiddeld 13,7 procent meer. Die groei is bijna twee keer zo hoog als in maart, zo blijkt vrijdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Wereldwijd is vooral veel vraag naar in Nederland gefabriceerde producten uit de machine-industrie, waar de productie in april ruim 64 procent hoger lag dan in 2021. Ook worden dit jaar meer metaalproducten, elektronische apparaten en voedingsmiddelen geproduceerd. „Afgelopen maanden heeft de wereldeconomie een spectaculaire groei doorgemaakt en de Nederlandse industrie profiteert daarvan”, aldus hoofdeconoom Peter Heijn van Mulligen van het statistiekbureau.

De uitzonderlijk hoge productie van de machine-industrie trok het gemiddelde van de hele branche omhoog. Want opvallend genoeg is ook een flink deel van de fabrieken minder gaan produceren dan vorig jaar. Zo liep de productie van transportmiddelen iets terug. Volgens Van Mulligen heeft de transportsector in vergelijking met andere industrieën nog meer last van een tekort aan grondstoffen. Er is bijvoorbeeld een schaarste aan elektronische chips en daarnaast heeft de oorlog in Oekraïne zijn weerslag op de staal- en aluminiummarkt, waar prijzen fluctueren en producten niet of nauwelijks kunnen worden geleverd.

Lees ook Coronacrisis, chiptekort, oorlog: voor VDL is het crisis na crisis
Assemblage van de Mini van BMW, in de VDL Nedcar-fabriek in Born.

Pandemie

Tijdens de coronacrisis moesten fabrieken hun productie fors terugschroeven. „De wereldhandel kwam volledig stil te liggen”, zegt de onderzoeker. „Daardoor stokte ook de aanvoer van bijvoorbeeld halffabricaten en andere belangrijke onderdelen.” Ook speelde mee dat fabrieken niet op volle capaciteit konden draaien door coronabesmettingen onder het personeel.

„Na de pandemie maakten de bedrijven een inhaalslag en steeg de vraag naar in Nederland gefabriceerde machines sterk”, aldus Van Mulligen. De machine-industrie exporteert veel producten naar het buitenland, zo is Duitsland een belangrijke afzetmarkt. Ook gaan volgens de econoom veel in Nederland geproduceerde onderdelen naar China en de Verenigde Staten.

Arbeidsmarkt

Op Europees niveau laat de Nederlandse industrie concurrerende landen als het Verenigd Koninkrijk en België achter zich, ondanks een arbeidsmarkt die zich kenmerkt door enorme krapte. Onlangs constateerde het CBS dat tegenover elke 100 werklozen zo’n 133 vacatures staan. Hoewel ook in de industrie veel vacatures openstaan door de grote vraag naar technisch geschoolden, lijdt de productie daar op veel plekken er niet onder.

„In de industrie is de afgelopen jaren meer geautomatiseerd. Een tekort aan handen is daar makkelijker op te vangen dan in de zorg of onderwijs”, zegt Van Mulligen. „Toch denk ik dat deze bedrijven op volle capaciteit een nog hogere productie zouden halen.” De econoom verwacht dat als de krapte op de arbeidsmarkt blijft aanhouden, de fabrieken nog meer zullen inzetten op automatisering.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in